Hoe wordt schuld bepaald bij een aanrijding?
We blijven allemaal mensen en in het verkeer zijn we soms kwetsbaar. In de auto kunt u een verkeersongeval krijgen met verschillende andere vervoersmiddelen. Bijvoorbeeld een tram, scooter, fietser of een andere auto. Het letsel kan dan ook variëren van kneuzingen tot ernstige hersenschade, maar uiteraard is er in deze gevallen ook materiele schade: de schade aan je voertuig en andere bezittingen.
Aansprakelijkheid na de aanrijding
Na het verkeersongeval moet de aansprakelijkheid worden bepaald. Voor verschillende aanrijdingen gelden verschillende regels. Bij een aanrijding tussen 2 gemotoriseerde voertuigen gelden namelijk andere regels dan tussen een aanrijding met een auto tegen een ongemotoriseerde verkeersdeelnemer. Denk hierbij aan voetgangers, fietsers. De schuldige partij dient de schade van de benadeelde partij te vergoeden.
Aanrijding met zwakkere verkeersdeelnemer (art 185 WvW)
De ongemotoriseerde verkeersdeelnemer wordt wettelijk als zwakkere partij gezien en is daarom ook extra beschermd door de wet door middel van artikel 185 WvW (WegenverkeersWet 1994). De gemotoriseerde verkeersdeelnemer moet in deze gevallen altijd bewijzen dat deze geheel verwijtloos is aan de aanrijding. Dit betekent dat de fout van de ongemotoriseerde zo onwaarschijnlijk is, dat je daar geen rekening mee kon houden. Dit wordt dan overmacht genoemd. Een beroep op overmacht slaagt zelden. Bijv: de auto staat geparkeerd en hier fietst iemand tegen aan, dan zou de schade (gedeeltelijk) vergoedt kunnen worden.
Kortom: Bij aanrijdingen met fietsers en voetgangers ben je als automobilist altijd aansprakelijk, maar er zijn wel mogelijkheden om je schade gedeeltelijk te verhalen als de fietser een verkeersfout heeft gemaakt. Is de persoon jonger dan 14 jaar, dan moet de (verzekeraar van) het gemotoriseerde verkeer de schade van de fietser altijd betalen.
Al met al is artikel 185 een lastige materie. Deskundigen bij verzekeraars of letselschadebureaus weten waar ze over praten. Ook het Verbond van Verzekeraars (een overkoepelend orgaan van verzekeraars in Nederland) heeft goede kijk op de werking van dit wetsartikel. Zij gaven een zogenaamd “Spoorboekje 185 Wvw”. Daarin kun je precies terugvinden of je kans maakt op (gedeeltelijke) schadevergoeding.
Aanrijding tussen 2 gemotoriseerde verkeersdeelnemers
Als het gaat om een auto-ongeval tussen twee auto’s is de regel: er dient bij betwisting wettig en overtuigend bewijs aangeleverd te worden om de aansprakelijkheid te kunnen aantonen. Om straks de schuld van de tegenpartij te onderbouwen, is het goed om meteen zo veel mogelijk bewijs in te zamelen:
- De politie in te schakelen, al komt men niet altijd
- Het schadeformulier volledig in te vullen en te (laten) ondertekenen. Let hier heel erg op de toedracht die wordt ingevuld. Deze is namelijk leidend bij het bepalen van de aansprakelijkheid. Een door beide partijen ondertekend schadeformulier wordt namelijk gezien als onderhandse akte en is dus dwingend bewijs
- Noteer namen en telefoonnummers/emailadressen van eventuele getuigen.
- Maak foto’s ter plaatse
- Dashcambeelden
Gemeld bij de verzekeraar
Wanneer beide partijen partijen de aanrijding hebben gemeld bij de verzekeraars, zullen deze de aansprakelijkheid uitzoeken op basis van situatie, de verkeersregels en de aangeleverde stukken. Er komen ook situaties voor dat beide bestuurders gedeeltelijk aansprakelijk worden gehouden, denk hierbij aan als beide bestuurders wegrijden vanuit parkeerstand.
Heb je letselschade en/of materiele schade opgelopen? En wil je weten je een schadeclaim kan indienen? Doe de letselschadetest via de button. In 3 vragen ontdek je of je recht hebt op een schadevergoeding.
Doe hier onze letselschadetest
.